Anders kijken naar fysieke grenzen.

“Ik vind die ergotherapeuten zo vermoeiend. Altijd maar mensen leren dat ze binnen hun grenzen moeten blijven. Terwijl ze daardoor alleen maar nog minder gingen doen.” Om daarna direct te zeggen: “Jij was vast niet zo’n ergotherapeut!?”

Deze of soortgelijke opmerkingen kreeg ik vaak van fysiotherapeuten.

Andersom dacht ik net zo vaak: “Zo vermoeiend, die fysio’s die mensen met chronische klachten steeds over hun grenzen jagen. Terwijl we nu toch wel weten dat dat niet werkt.”

Nu ik al een flink eind op weg ben in mijn opleiding tot stressortherapeut, weet ik dat zowel ik als ergotherapeut, als de fysio — hoe goed we het ook bedoelden — niet deden wat onze cliënten met chronische klachten écht nodig hadden.

De fysiotherapeut heeft helemaal gelijk om mensen te coachen om hun grenzen te verleggen, omdat het lichaam bij chronische klachten feitelijk gezien niet kapot is. Als je lijf echt kapot zou zijn, zouden de klachten niet de ene dag anders zijn dan de andere. In dat geval blijven de klachten hetzelfde of worden ze langzaam minder, omdat je lichaam in principe altijd herstelt (op een paar uitzonderingen na).
Echter, wanneer je iemand over grenzen coacht terwijl de cliënt bang is dat er iets kapot kan gaan, zorgen die angsten ervoor dat er iets in het brein (het limbisch systeem) gebeurt, waardoor de klachten daadwerkelijk toenemen.

De ergotherapeut heeft natuurlijk 😉 ook helemaal gelijk in het coachen van de cliënt om zijn of haar grenzen te herkennen en te respecteren. Dat gaat namelijk over het volgen van je eigen wil. En juist dat is voor mensen met chronische klachten vaak iets wat ze helemaal niet kennen. Veel voorkomend gedrag bij deze mensen is bijvoorbeeld: pleasen, perfectionisme, rekening houden met anderen, faalangst, en controledrang. Bij al dit gedrag houd je geen rekening met je eigen grenzen. Dus het leren herkennen en respecteren van grenzen is heel waardevol.

Echter, als je regels maakt rondom wat je fysiek wel en niet kan, vergroot je daarmee ook angst. Angst voor een grens die er eigenlijk niet is, omdat je lichaam niet kapot is. Wanneer je dan over die grens gaat — of je eigen regels of die van de ergotherapeut overschrijdt — word je bang voor de gevolgen. Die angst zorgt ervoor dat je brein meer klachten creëert, omdat die angst het limbisch systeem verstoort. Het limbisch systeem is het deel van je brein waar veel functies worden aangestuurd, zoals pijnregulatie, aandacht, geheugen, motivatie (het gevoel dat je iets wilt doen), spierspanning, en autonome functies.

Wat je wilt, is dat je vanuit vertrouwen dingen gaat doen die wél mogelijk zijn. Dat doen vergroot je vertrouwen, en daardoor vergroot je je mogelijkheden. Door een toename van vertrouwen verdwijnt angst, en dat vermindert klachten.

In dit stuk heb ik nog niet gesproken over waarom mensen met chronische klachten moeite hebben met het volgen van hun eigen wil. Daar zal ik een andere blog over schrijven, want daarin ligt de echte uitweg naar een klachtenvrij leven.

💛

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *